PATIËNTENRECHTEN (WGBO)

Het logopedisch patiëntendossier: patiëntenrechten

Recht op inzage / afschrift / toevoegen en recht op vernietiging?
Deze vraag is onderdeel van een groter geheel; namelijk dossiervoering in het algemeen. Er zijn verschillende wettelijke regelingen van toepassing op deze vraag; de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

Recht op inzage:
In de WGBO (artikel 7:456 Burgerlijk Wetboek) staat: De hulpverlener verstrekt in en afschrift van de gegevens uit het dossier aan de patiënt. De verstrekking blijft achterwege voor zover dit noodzakelijk is in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een ander.
De betekenis van dit artikel is dat de patiënt het recht heeft kennis te nemen van stukken, die de gegevens bevatten van de patiënt, waarover de logopedist beschikt. Het recht van de patiënt op kennisneming van deze gegevens heeft een fundamenteel karakter: indien de patiënt dit recht in volle omvang wenst uit te oefenen is er voor een uitzondering geen plaats. 
Er bestaat echter wel een beperking in het inzagerecht zoals te lezen is in het tweede deel van het artikel; bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een ander. De logopedist mag het verzoek van de patiënt weigeren naast voor zover met het geven van inzage de persoonlijke levenssfeer van een ander dan de patiënt erdoor zou worden geschaad. Inzagerecht in zijn geheel kan niet geweigerd worden. Dat betekent dat de patiënt inzage in de gegevens die op hem of haar betrekking hebben krijgt, maar dat die delen die de persoonlijke levenssfeer van een ander betreffen ‘onzichtbaar’ gemaakt moeten worden.

Inzagerecht en recht op afschrift medisch dossier na overlijden patiënt.
Per 1 januari 2020 heeft een derde recht op inzage in of afschrift van het dossier van een overleden
patiënt in de navolgende situaties:
(1) als de patiënt de persoon bij leven hiervoor toestemming heeft gegeven;
(2) wanneer van een nabestaande als bedoeld in artikel 1 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen
zorg (Wkkgz) of vertegenwoordiger in de zin van artikel 7:465 lid 3 Burgerlijk Wetboek een mededeling van een incident als bedoeld in artikel 10 lid 3 Wkkgz is ontvangen;
(3) eenieder die een zwaarwegend belang heeft en aannemelijk maakt dat dit belang mogelijk wordt geschaad en dat inzage of afschrift van gegevens uit het medisch dossier noodzakelijk is voor de
behartiging van dit belang;
(4) degene die het gezag had over een patiënt die op het moment van overlijden jonger was danzestien jaar geldt.

Recht op afschrift:
Voor het verstrekken van een afschrift van het medisch dossier of van gegevens daaruit mag een hulpverlener geen vergoeding vragen. Maar, als het verzoek van de betrokkene kennelijk ongegrond of buitensporig is, met name vanwege het repeterend karakter, mag de verwerkingsverantwoordelijke wel een redelijke vergoeding vragen of weigeren om aan het verzoek gevolg te geven (artikel 12 lid 5 AVG).
In artikel 15 lid 3 AVG staat dat als de betrokkene om bijkomende kopieën verzoekt op basis van de administratieve kosten een redelijke vergoeding kan aanrekenen. Dat betreft dus ook een uitzondering om eventueel kosten in rekening te brengen.
Alleen in één van deze gevallen mag een redelijke vergoeding voor het afschrift worden gevraagd.
Wat een redelijke vergoeding is, is nog niet vastgelegd. Ook de Autoriteit Persoonsgegevens
heeft hier nog geen formeel standpunt over ingenomen. Vooralsnog kunt u bijvoorbeeld denken aan
kosten van een CD of DVD, de portokosten of een redelijke vergoeding per gekopieerde pagina.
Als gebruik wordt gemaakt van een elektronisch uitwisselingssysteem, zoals bijvoorbeeld het Landelijk
Schakelpunt (LSP), geldt dat de patiënt per 1 juli 2020 recht heeft op elektronische inzage in het medisch dossier. Ook heeft de patiënt recht op een elektronisch afschrift van het eigen dossier. Het geven van de elektronische inzage of afschrift dient kosteloos te geschieden.

Recht van toevoegen:
Uit de WGBO volgt dat de logopedist verplicht is om een verklaring met betrekking tot de in het dossier opgenomen bescheiden in het dossier op te nemen (artikel 7:454 lid 2 Burgerlijk Wetboek). Die verklaring kan een zienswijze van een patiënt over een aangelegenheid bevatten die een andere is dan van de betrokken logopedist. De logopedist is verplicht om het verzoek van de patiënt in te willigen. (MvT, Kamerstukken II, 21561, nr. 3, p. 36) Betwijfelt de patiënt of de verklaring inderdaad is opgenomen, dan kan hij om inzage vragen. (artikel 7:456 Burgerlijk Wetboek en artikel 35 lid 1 Wbp).

Recht op verzoek tot vernietiging:
De WGBO, artikel 7:455 lid Burgerlijk Wetboek: De hulpverlener vernietigt de gegevens uit het dossier na een daartoe strekkend verzoek van de patiënt. Artikel 7:455 lid 2: Lid 1 geldt niet voor zover het verzoek bescheiden betreft waarvan redelijkerwijs aanneembaar is dat bewaring van aanmerkelijk belang is voor een ander dan de patiënt, alsmede voor zover het bepaalde bij of krachtens de wet zich tegen vernietiging verzet.
Uit dit artikel blijkt dat indien de patiënt de vernietiging wenst van het op hem betrekking hebbende dossier, of een deel daarvan, dat in beginsel dient te geschieden. Ook wanneer de bewaartermijn van twintig jaar nog niet is verstreken. Aan dit verzoek moet de logopedist onverwijld voldoen. Het is aan te raden om de patiënt dit verzoek schriftelijk te laten doen en dit verzoek te bewaren. Goed hulpverlenerschap kan met zich meebrengen dat indien daartoe zwaarwegende redenen zijn het verzoek tot vernietiging van (een deel van) het dossier niet wordt ingewilligd. Het is van belang dit metde patiënt te bespreken en eventuele bezwaren van de patiënt opnieuw te wegen. Noteer uw af- en overwegingen altijd in het dossier.
Het verzoek geldt alleen voor het dossier zoals dat is beschreven artikel 7:454 Burgerlijk Wetboek. Persoonlijke werkaantekeningen, fiscale- en financiële gegevens vallen hier niet onder. De logopedist moet in staat zijn om bij een eventuele controle de fiscus of zorgverzekeraar deze gegevens te vertrekken.
In het tweede lid van artikel 7:454 Burgerlijk Wetboek staat een aantal uitzonderingen genoemd.
Wanneer kan een logopedist een dergelijk verzoek tot vernietiging naast zich neerleggen?
Als eerste uitzondering wordt genoemd: als redelijkerwijs aannemelijk is dat verdere bewaring van aanmerkelijk belang kan zijn voor een ander dan de patiënt.
De tweede uitzondering gaat op indien vernietiging zich tegen een wettelijk voorschrift verzet.

Ook de AVG kent het recht om een verzoek tot wijziging van persoonsgegevens of vernietiging in te dienen (hoofdstuk 3 AVG). In dit artikel staat dat patiënten kunnen verzoeken om gegevens te verbeteren, aan te vullen, af te schermen of te verwijderen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. De logopedist moet de verzoeker binnen 4 weken na de ontvangst van het verzoek schriftelijk berichten of dan wel in hoeverre zij daaraan voldoet. Een weigering moet met redenen omkleed zijn. De regeling van de WGBO en de AVG gelden afzonderlijk van elkaar, waarbij ingeval van strijdigheid de AVG (Europese verordening) prevaleert boven de WBGO (nationale wetgeving).